dinsdag 31 mei 2016

mariadistel - Silybum marianum


 

De mariadistel (Silybum marianum) is een een- of tweejarige plant die behoort tot de composietenfamilie (Asteraceae).

De naam mariadistel gaat terug op de legende dat de witte vlekken op de bladeren veroorzaakt zouden zijn door de moedermelk van Maria, toen ze het kind Jezus de borst gaf.  Op de vlucht naar Egypte zocht Maria een ongestoord plekje om haar kind te voeden. De mariadistel zag dat en vormde met zijn bladeren een beschermend dak over moeder en kind. Omdat er een paar druppels melk op de bladeren vielen, is het kruid van de mariadistel sindsdien wit gevlekt.

Hieraan dankt de plant zijn soortnaam marianum. Silybum is afgeleid van het Griekse woord silybon, een woord dat Dioscorides (ca. 40-90 na Chr.) gebruikte voor distelachtige planten.


Oorspronkelijk komt de mariadistel uit Zuid-Europa. Vooral rond de Middellandse Zee groeit de plant goed. De plant houdt van zonlicht en een vochtige grond. De Europese kolonisten brachten de plant in 1879 naar Noord-Amerika. In steden duikt de Mariadistel steeds vaker op. We vonden een exemplaar langs de Expresweg N31 te Sint-Andries Brugge.

Vroeger werd het als groente gekweekt. De wortels leken gekookt op schorseneren.  De bloemhoofdjes namen de plaats in van artisjokken en de jonge bladeren, die naar spinazie smaken, werden gekookt of in salades verwerkt.

Het medicinale gebruik van deze plant dateert al van meer dan 2000 jaar geleden. De zaden worden al eeuwen lang gebruikt voor medicinale doeleinden. Uit de vruchtwand van het nootje wordt, ook nu nog, silymarine voor medicinaal gebruik gewonnen.

In de volksgeneeskunde werd de mariadistel gebruikt bij steken in de zij (waarmee vroeger vermoedelijk borstvliesontstekingen bedoeld werden), miltklachten, malaria, migraine, reisziekte, spataderen, maag-darmklachten, galklachten, hepatitis, leververvetting, toxische leveraandoeningen en levercirrose, maar ook als tegenmiddel bij vergiftiging door paddenstoelen (knolamaniet).
 
Mariadistel is wellicht één van de meest bestudeerde en beschreven planten die tegenwoordig worden gebruikt. Inmiddels zijn er honderden wetenschappelijk onderzoeken voltooid die de heilzame werking van dit kruid, vooral bij de behandeling van leverziekten, bevestigen. Mariadistel bevat stoffen, o.a. de silymarine, die de lever beschermen.

Foto © Nic Carsauw


Nadat de wortel en de jonge bladeren in de oudheid al werden gewaardeerd als gezondheidsbevorderende groente, werd de mariadistel vooral vanaf de 16de  eeuw als middel voor leveraandoeningen naar voor geschoven. Zo raadde men bij leverzwakte een aftreksel van de bladeren én de geplette zaden aan. Later werd een werkzaamheid bij chronische hepatitis (leverontsteking), acute hepatitis en geelzucht geclaimd. In 1954 werd aangetoond dat de gunstige werking van de mariadistel vooral te danken was aan silymarine.


Sinds 1970 is de mariadistel één van de meest onderzochte medicinale planten, waarvan de lever beschermende eigenschappen duidelijk aangetoond werden.

In de eerste plaats beschermt Mariadistel de levercellen tegen de inwerking van een zeer brede waaier van toxische substanties. Zo hebben de zaden dankzij silymarine een uitgesproken antioxiderende werking.


Het spreekt vanzelf dat door alle voornoemde eigenschappen mariadistel zeer breed inzetbaar is. Zo is het de eerste plant waaraan gedacht mag worden bij leverschade en het voorkomen van leverschade door toxische inwerking van alcohol, medicijnen, allerlei drugs, paddenstoelgiften, schadelijke stofwisselingsproducten, voedingsadditieven, onevenwichtige voeding, chemicaliën uit het milieu enz... .
De wortel van mariadistel zou vocht afdrijven en de melkproductie stimuleren. Er worden voornamelijk kant-en-klare preparaten gebruikt, meestal uit hoog geconcentreerde droge extracten. Ze worden als tabletten, capsules of dragees aangeboden.

Foto © Nic Carsauw

Omdat de werkzame stof silymarine niet in water oplosbaar is, is toepassing als thee bij leveraandoeningen niet effectief. Thee kan echter worden gebruikt bij spijsverterings- en galblaasklachten.

Door de hoger aangehaalde gunstige werking op de levercellen én door het feit dat de zaden ook bitterstoffen bevatten heeft mariadistel ook  gunstige werking op de gal.

Opgelet! Mariadistel zelf kan enige oestrogene activiteit hebben en moet door vrouwen met borst- of baarmoederkanker met de nodige voorzichtigheid worden gebruikt. Niet gebruiken tijdens borstvoeding. 


Bronnen en meer info:










Hola

1 opmerking:

Unknown zei

Deze plant staat nu( begin December 2017) nog in bloei op de site van Oud Sint-Jan.