zondag 26 juni 2016

Brunel


Gewone brunel - Prunella vulgaris
 
Brunel behoort tot de Lipbloemenfamilie.

Brunella was de vroegere Latijnse naam van de plant. Brunella heeft te maken met het feit dat het bloemhoofdje opvallend bruine schut- en kelkblaadjes heeft. Brunella is later veranderd  in Prunella. Sommigen denken echter dat Prunella is afgeleid van Prunus (pruim), vanwege de overeenkomst van de bladen met die van Prunus spinosa. Vulgaris betekent gewoon.

De dichte bloeiwijze is de aanleiding tot de alternatieve naam 'bijenkorfje'. De bladeren zijn langwerpig tot eivormig. Ze kunnen zowel gekarteld als gaaf zijn. De plant bloeit van mei tot in de herfst. De bloem is blauwpaars, roodachtig, violet of zelden wit en heeft een lengte van 1-1,5 cm. De plant kan 30 cm hoog worden, maar wordt in weiden en gazons zelden groter dan 5 cm.

Hij wordt wel verward met kruipend zenegroen, die meer op open plekken in het bos en langs de rand van loofbospaden groeit. Het grootste verschil tussen de twee is dat brunel duidelijk tweelippige bloemen heeft en de bovenlip over de onderlip valt.

Brunel is een echte woekeraar. Vanuit de hoofdwortel verspreidt de plant zich door zijwortels die alle kanten uitgaan.  

De wortel werd gebruikt om thee te maken voor jachtceremoniën van de oorspronkelijke bewoners van Amerika. Het zou de kracht van het observeren van de prooi versterken.
In China wordt brunel algemeen gebruikt als een versterkend tonicum. Zij verzamelen de onderste blaadjes en de bloemhoofdjes om koorts en reuma te behandelen. Het wordt gezien als algemeen bevorderend voor het  immuunsysteem en om leverproblemen te behandelen. Ook wordt het gebruikt bij gezwollen lymfeklieren.

Hoewel het kruid in China al twee eeuwen v. Chr. medicinaal gebruikt werd  is hier in Europa de eerste vermelding daarvan pas in de zestiende eeuw. De Engelse naam voor de plant 'Heal all' of "Self heal" geeft al aan dat de plant een medicinale traditie kent. Lang werd brunel gezien als een heilig kruid dat door God gezonden was om alle ziekten van mens en dier te genezen. Het zou zelfs de duivel wegjagen. Daardoor ontstond het geloof dat brunel in heksentuinen als vermomming werd geplant.

Maar er zijn wel degelijk enkele toepassingen die constant zijn gebleken. Vaak bleek het zeer effectief bij uitbraken van infectieziekten in legerkampen en andere dicht op elkaar levende gemeenschappen. Het werkt ontstekingsremmend en bloedstelpend en sterk samentrekkend. Het is schimmelwerend en antibiotisch. Het kan goed gebruikt worden bij wonden. Het wordt ook vaak ingezet bij leveraandoeningen.

Chinees onderzoek uit 2005 toont aan dat deze plant het immuunsysteem stimuleert. Een ander Chinees onderzoek uit hetzelfde jaar laat zien dat bijenkorfje vooral de macrofagen stimuleren in hun activiteit. Macrofagen spelen een belangrijke rol in het immuunsysteem.

Brunel werkt samentrekkend waardoor het diarree tegengaat. De samentrekkende en ontstekingsremmende werking maakt het een prima inzetbare plant bij darmontstekingen. De bitterstoffen stimuleren de gal. Als er meer gal wordt aangemaakt, werkt de lever beter. Wanneer de lever beter werkt wordt het voedsel beter verteerd. Je neemt meer voedingsstoffen op uit het eten. Dat is vervolgens de reden dat brunel als een tonicum, een versterkend middel voor het hele lichaam wordt gebruikt.

De lever voert gifstoffen af maar als deze niet optimaal werkt blijven de gifstoffen in het lichaam en kunnen ze hoofdpijn veroorzaken. Daarnaast werkt brunel ontspannend. Andere hoofdpijnsoorten hebben als oorzaak stress, verhoogde bloeddruk of spanning. Ook in die gevallen kan de plant uitkomst bieden. In China wordt brunel gebruikt om hyperactiviteit bij kinderen te remmen.

Thee van brunel kan als gorgeldrank helpen bij tandvleesontstekingen, aften en keelpijn. Verder werkt het verlichtend bij griep en koorts. Brunelzalf is in te zetten bij schaafwonden, insectenbeten, koortsblaren en bij zweertjes.

Recept thee:

Twee theelepels gedroogd of vers kruid in 150 ml kokend water, laten trekken tot het afgekoeld is. Zoeten met honing.

Opgepast:

Liever niet gebruiken bij diarree, maagpijn, misselijkheid of overgeven. Niet gebruiken bij bloedverdunners.

Uitwendig wordt brunel gebruikt als middel om wonden mee te behandelen. De verse plant kan op de huid worden aangebracht om bloedingen te stelpen. Ook brandwonden, insectenbeten en zweren worden ermee behandeld. Verder helpt het bij aambeien en spataderen. Je kunt het ook als gorgeldrank gebruiken bij keelpijn en aften. Bloedend tandvlees wordt eveneens tegen gegaan door een mondspoeling. Dat komt door de samentrekkende werking die bloedingen laat stoppen.

Gewone brunel is eetbaar. De bladeren, vooral de jonge, worden gebruikt als saladeblad, door de soep en in een stamppot. Door de tannine smaken ze enigszins bitter. Even wassen in een bak met water kan dat verhelpen. De bladeren kunnen ook getrokken worden in water voor een frisse drank. Je kunt zowel koud water gebruiken als heet water om een thee te maken. Sommige mensen drogen de bladeren om deze later te gebruiken voor een verfrissende drank of als toevoeging aan de soep.

Disclaimer bij het gebruik van deze blog:

"Wilde planten in Brugge" is niet verantwoordelijk voor eventuele schade, van welke aard dan ook, als gevolg van het gebruik van planten voor medische of culinaire doeleinden.  “Wilde planten in Brugge” kan niet aansprakelijk gesteld worden voor aanspraken die voortkomen uit de verkeerde determinatie van een kruid of het verkeerde gebruik ervan in de ruimste zin van het woord. Dit artikel vervangt niet het deskundig advies van een arts of een erkend fytotherapeut.


Bronnen:


Geen opmerkingen: