woensdag 1 juni 2016

De gewone vlier - Sambucus nigra


 

Vlierbessen of Sambucus nigra komen over de hele wereld voor. Het behoort tot de Muskuskruidfamilie (Adoxaceae) en bloeit overal. Past zich aan in alle omstandigheden. Weinig planten staan in de natuurlijke geneeskunde zo hoog aangeschreven als de vlier.

Zelfs onze ouders en grootouders gebruikten het vlierbessensap om er siroopjes van te maken om verkoudheden, griep toestanden en infecties van de bovenste luchtwegen mee te behandelen.

Sambucus is afgeleid van het Grieks ‘sambuke’, dat fluit betekent. Inderdaad maakte men van oudsher fluitjes uit de jonge twijgen, wat je nu bij ons nog terug vindt in het woord ‘Flierefluiter’ (‘Vlierefluiter’). Nigra betekent  zwart, verwijzend naar de zwarte vruchten.

De gewone vlier

Ik ben verliefd op vlier, en dan vooral op de bloesems ervan. Laat me aan een bloeiende vlierstruik ruiken en ik ben even van de wereld… Elke lente opnieuw is het weer een bijzonder moment: de eerste keer dat jaar de geur van vlierbloesem kan opsnuiven. Het is een zoete, maar toch ook frisse geur, een beetje zoals honing vermengd met vanille. Bedwelmend alleszins… En zeker zalig! Insecten hebben echter een hekel aan dit geurtje. Je kunt een goed middeltje maken om vliegen af te weren door een blaadje van de vlier te kneuzen en over je huid te wrijven.

Gekneusde bladeren bijeengebonden boven een deur of raam houden muggen op afstand. Kransen van vliertakken legt men over de hoofden van paarden om lastige vliegen op afstand te houden.

De medicinale werking van de vlierbes werd al eeuwen voor Christus beschreven door geleerden zoals Hippocrates (ca. 460 v.Chr. – 370 v.Chr.), Dioscorides (circa 40-90 n.Chr. - De Materia Medica)  en Plinius (23 of 24 na Chr. – 79 na Chr.)
Hippocrates, de vader van de geneeskunde, beschreef de vlierbes als middel om oedemen te verdrijven. In de Middeleeuwen had de vlier de reputatie dat hij beschermde tegen hekserij. De vlier is gewijd aan Vrouw Holle.

Aan de vlier worden veel heilzame werkingen toegeschreven. In het jaar 400 voor Christus, refereerde Hippocrates aan de vlier als zijn "medicijnkastje".  Andere bekende klassieke geneesheren beschouwden de vlier als een van de beste geneeskrachtige planten uit de natuur.

Hildegard van Bingen in de 12e eeuw, en de medicus en auteur Martin Blochwich in de 17e eeuw, prezen eveneens het belang van de vlier.

 

De vlierbes is dan ook een geschikt product om veel voorkomende aandoeningen zoals verkoudheid, griep, een verstopte neus, luchtwegaandoeningen en gistinfecties mee te behandelen.  Vlierbessen hebben ook een positieve invloed op de gevolgen van chronische aandoeningen zoals astma en diabetes.



Hoe maak je vlierbessenjam? 
Ga op dezelfde manier tewerk als bij de vlierbessensiroop.

Gebruik in plaats van gewone suiker, geleersuiker. Er bestaat nu een product waarvan je maar een halve kg nodig hebt om een liter vlierbloesem vocht te laten opstijven. Lees de instructies op de verpakking.

Giet de kokend hete jam in propere potten, boordevol, en zet het metalen schroefdeksel erop.

Laat omgekeerd afkoelen. Dan zuigt het deksel zich hermetisch vast. Op die manier kan je de jam een jaar of langer bewaren, zolang je het deksel niet opendraait. Eens de pot open, kan je de jam beter in de koelkast bewaren. Zeker in de zomer. Dan blijft hij lang lekker smaken.

(Bron: Daniëlle Houbrechts – www.kruidjes.be)

Op http://annetanne.be/kruidenklets/uit-de-kruidenmand/recepten/vlier-recepten/  zijn nog een aantal recepten te vinden voor o.m. vlierbessensiroop, vlierbessenbollen, vlierbloesemazijn, vlierbloesembeignets, vlierbloesempannenkoeken, vlierbloesemlimonade, vlierbloesemcake, vlierbloesemgelei, vlierbessenbavarois enz…

Opgelet: Als je veel onrijpe bessen eet, kan het zijn dat je hevige buikloop krijgt. Sommigen krijgen braakneigingen, een verhoogde polsslag of een verhoogde urineafscheiding. Dus, de vlier is toch een beekje giftig?

Inderdaad. De blauwzuurglycosiden, waarvan sambunigrine er één is, de vluchtige oliën en een onbekende harsachtige stof van de vlier zijn giftig. Vooral in de verse bladeren en de schors zit veel sambunigrine. De verse bessen zijn licht giftig.  Door de bessen te koken, kook je de giftige stoffen eruit. Dan kan je ze gerust gebruiken.



Zowel bloemen als bessen worden gebruikt voor het maken van wijn; de bessen worden ook verwerkt tot jenever en jam of gelei. Ook worden de bessen gebruikt voor het verven. De bessen kunnen beter niet rauw gegeten worden aangezien ze licht giftig zijn. Ze bevatten sambunigrine, dat door koken onschadelijk wordt gemaakt.

Van de bloemschermen kunnen vlierbloesembeignets worden gemaakt, een nagerecht. Hiervoor moeten deze in een beslag worden gedoopt en daarna in ruim vet goudbruin worden gebakken.

Vlierbloesem laat men even trekken in water en gefilterd kan men daarvan een limonade maken die verfrissend en zweet afdrijvend werkt, ook bij verkoudheden. Dit kan ook met de jonge scheuten in de periode van Sint Jan (24 juni) die op dat moment het krachtigst zijn.

Vlierbessen worden altijd gekookt, ze bevatten veel vitamines. Ze geven een pittige smaak bij het toevoegen aan kruisbessenjam. Men kan ook van vlier zelf een sterke jam maken, of siroop en bollen. Gezeefd is deze siroop het huismiddel tegen keel- en buikpijn.


De vlier in de tradities.
De Vlier wordt al van in de oudheid als een uiterst waardevolle struik beschouwd: In Zwitserland heeft men in nederzettingen, daterend uit het stenen tijdperk, vlierpitten gevonden in zodanig hoeveelheden dat dit er op wijst dat de bessen als voedsel werden gebruikt.

Voor de Germanen was de vlier een heilige struik gewijd aan Thor, de Vlier bood bescherming tegen boze geesten, door die naar zich toe te trekken. Je mocht daarom niet zomaar een vlier omhakken, doch moest altijd eerst je respect betonen. Begin 20ste eeuw werd in sommige gebieden nog gezegd: “Voor de vlier moet je je hoed afnemen” – waarmee nog iets van dat oude respect duidelijk wordt.

Ook het snoeisel werd niet verbrand, maar op de grond gelegd zodat de erin aanwezige geesten stilletjes de grond in konden kruipen.

Wie zich onzeker voelde zocht een oude vlierstruik op. Je pakte die dan goed vast en concentreerde je, en na een tijdje voelde je je zelfvertrouwen terugkomen.
Met een eenvoudig rijmpje kon je je jicht ook aan de Vlier overdragen: ‘Vlier, ik heb de jicht, jij hebt ze niet – Neem ze me af, dan heb ik ze niet!’.

Bij elke woning werd een vlierstruik geplant, en Vrouw Holle, Vrouw Ellhorn of Hyldemoer die er in woonde, zorgde dan voor het gezin dat er woonde. (Een verklaring voor deze bescherming ligt erin dat vliegen over het algemeen de vlier mijden, en dus ook minder gauw zullen binnenvliegen in een keuken of een stal waar een vlier voor deuren of open vensters staat… er zullen dan ook minder besmetting worden binnengebracht!).

Vrouw Holle is overigens een andere benaming voor de Germaanse godin Hel, de koningin van de onderwereld, die ook een taak had in het begeleiden van de geesten van het overledenen naar het schaduwland.

Deze associatie van de vlier en haar hoedster met de door bestond overigens niet alleen bij de Germanen: Ook voor de Kelten had de Vlier een betekenis als verbinding met de onderwereld, en nog lang werd door doodgravers een takje vlierbloesem op hun hoed gestoken als ze ergens een overledene gingen ophalen (ook de zwepen, gebruikt door de koetsiers van de rouwkoetsen hadden een vlierhouten handvat – een zweep om vee op te drijven werd daarentegen nooit van vlierhout gemaakt).

Deze associatie met de dood bestond trouwens al veel langer. Zowel in de oude als in de nieuwe steentijd werden pijlpunten gemaakt in de vorm van een vlierblad, en in oude begraafplaatsen vind men soms openingen in de vorm van een vlierblad tussen twee kamers. Lange tijd werden er vliertwijgjes begraven met de doden om hen te beschermen tegen kwade geesten, en ook na de kerstening kregen overledenen vaak een kruisje uit vliertakken mee.

Zoals wel meer met macht beladen bomen en struiken kreeg de vlier na de kerstening van onze streken een eenzijdig slechte reputatie: Zo zou Judas zich aan een vlier hebben opgehangen, nadat hij zich eerst een oor had afgesneden. Dat oor groeit nu nog altijd op oudere vlierstruiken: een zwam die inderdaad judasoor heet. Ook zou het kruis waaraan Christus werd gekruisigd van vlierhout zijn gemaakt. Het lijkt weliswaar zeer onwaarschijnlijk dat dat hout stevig genoeg is om voor dat doel dienst te doen, maar de verklaring ervoor is terug te vinden in een oud Schots rijmpje dat aangeeft dat net zijn broosheid en kleine gestalte een straf zijn voor de vlier omdat hij zich leende tot het vervaardigen van een kruis

De Kelten beschouwden de vlier als beschermingsmiddel tegen kwade geesten uit de onderwereld. Jarenlang gebruikten koetsiers van rouwkoetsen een zweepje met vlierhouten handvat en zetten een vliertakje op hun hoed.

In bepaalde streken in Duitsland bond men in de maand mei een blauw lint (de kleur van Freya) in de vlierstruiken, en bad men vervolgens tot Maria. Was de Vlier ‘onschuldig’, dat gebeurde er niets, was hij daarentegen van de duivel bezeten dan begon hij te wiegen en met zijn takken te slaan. Na een tijdje stopte dit akelig vertoon en kon de struik rustig verder leven, de duivel was dan op de loop gegaan.

Volkse tradities die nog lang hebben bestaan is het gebruik om op Sint-Jan, of met midzomer, bij het haardvuur – de zetel van de huiselijke beschermgeesten – een vlierkoekje of vlierbloesembeignet te eten, men kreeg dan een jaar lang geen koorts.
Als een jong meisje trouwens op midzomeravond een bloeiend vliertwijgje (met de linkerhand geplukt) achter haar bed hing, zou ze de hele nacht over haar toekomstige echtgenoot dromen.

In bepaalde delen van Schotland was de Vlier al bijna even belangrijk als de lijsterbes in het afweren van vervloekingen en betoveringen. Kruisjes gemaakt uit vliertakjes werden in stallen en schuren opgehangen om het vee te beschermen.


 


Magisch gebruik
De vlier wordt beschouwd als een vrouwelijke struik, horend bij de planeet Venus en het element lucht. In de hekserij  is de vlier een heilige boom die niet verbrand mag worden.

Als een zichzelf respecterende ‘groene’ heks een tuin van enige omvang heeft, zou daarin zeker een vlier moeten staan. De vlier verdrijft negatieve invloeden, en kan gebruikt worden in zegeningsrituelen. Op Litha konden wezens uit de elfenwereld rond de struik worden gezien, zeker als je je ogen vooraf gebet had met het sap uit de groene twijgen, en op diezelfde Sabbat kan je de bloesems gebruiken als offergave. In de Schotse traditie is het op Samhain dat je staande onder een vlierstruik, de elfen voorbij kon zien rijden .


Een 17de-eeuws manuscript beschrijft een beschermend amulet uit vlierhout: Je plukt een vliertwijg in oktober vlak voor volle maan. Het hout van dat twijgje dat zich tussen twee ‘knopen’ in bevindt, breek je in negen stukjes, die je in een linnen doekje bindt en om je hals draagt zodanig dat ze je hart raken. Je houdt het amulet om tot de draad breekt, en begraaft het dan op een plek waar het niet kan gevonden worden.
Vraag vooraleer je enig deel van de vlier gebruikt altijd toestemming aan Hecate of aan de dryade/deva die in de vlier woont. Gebruik echter nooit vlierhout om het als wierook te verbranden.

Sambucus ebulus – Kruidvlier: Ik beschrijf deze hier kort om verwarring van deze meer giftige soort met de gewone vlier te vermijden. De kruidvlier is geen echte struik, maar eigenlijk een vaste plant, die in het najaar afsterft en in de lente weer uitschiet. De stengels zijn dan ook niet echt verhout , en de struik blijft kleiner dan de zwarte vlier (hooguit anderhalve meter). De bladeren zijn zeven- tot elfdelig geveerd, en de struik bloeit wat later dan de Zwarte Vlier.


Hoewel de kruidvlier (Sambucus ebulus) in de fytotherapie wel eens wordt gebruikt, is hij in alle delen giftig, en moet dus omzichtig gebruikt worden.