dinsdag 21 juni 2016

Basterdwederik

Basterdwederik – Epilobium spc.
 

Het geslacht basterdwederik is berucht vanwege de moeilijk uit elkaar te houden soorten. Althans zonder loep. Met wat vergroting en een goede flora is er wel uit te komen. De belangrijkste verschillen zitten in de hoeveelheid en soort beharing op de stengel.

Het geslacht van de basterdwederiken omvat ongeveer 200 soorten en heeft een wereldwijde verspreiding. In België en Nederland komen 9 soorten voor. Omdat van de 9 soorten er 8 erg veel op elkaar lijken bespreken we slechts een drietal soorten: de beklierde basterdwederik (Epilobium ciliatum),  de bergbasterdwederik (Epilobium montanum) en de viltige basterdwederik (Epilobium parviflorum)  en zetten de belangrijkste verschillen op een rijtje.

Beide behoren tot de Teunisbloemfamilie, de Onagraceae.
De beklierde basterdwederik :
Beklierde basterdwederik, stempel knotsvormig
-      Bladeren met afgeronde of iets hartvormige voet, in een korte steel (2-5 mm) versmald.
Bloeiwijze-as en bovenste deel van de stengel met afstaande klierharen en aanliggende gekromde gewone haren. (loepje!)

Kroonbladen 2,5 tot 6 mm lang.

Bloemen in de knop rechtstaand.


De kleine (2½-6 mm), roze, zelden witte kroonbladen zijn diep ingesneden.

De stempel is knotsvormig! (loepje!)

In Vlaanderen plaatselijk algemeen. De soort heeft zich sterk uitgebreid.
 

De bergbasterdwederik
Bergbasterdwederik, 4 stempellobben
Bladeren aan de voet afgerond of iets hartvormig, ook daar getand.

Bloeiwijze-as en bovenste deel van de stengel met gekromde, aanliggende gewone haren. Geen klierharen. (loepje!)

Kroonbladen 6 tot 10 mm lang.

Bloemen in de knop overhangend.


Bloemen in de knop overhangend.
De lichtroze of zelden witte kroonbladen zijn uitgerand.
De stempel  heeft 4 stempellobben. (loepje!)

In Vlaanderen vrij algemeen, maar vrij zeldzaam in het kustgebied, en in de Kempen.

 

 
 
 
 
 
De viltige basterdwederik (Epilobium parviflorum)
De bladeren staan tegenover elkaar of ze staan in kransen. Ze zijn langwerpig tot lijnvormig, zwak getand, vrijwel zittend en niet stengelomvattend. Aan beide kanten zijn ze dicht, vrij kort behaard.

Bloeiwijze-as en bovenste deel van de stengel met lange, afstaande haren en daartussen (vaak) klierharen.

Kroonbladen 4 tot 9 mm lang, licht roze.

De bloemen groeien in een ijle tros.

De stempel heeft 4 lobben.

In Vlaanderen algemeen.

Een overzicht van de overige soorten is te vinden op :

De Nederlandse naam basterdwederik dankt de plant aan het feit dat de bladen lijken op die van de wederik. Epilobium is van oorsprong een Oudgriekse naam: epi betekent op, lobos is hauw of peul en ion is een viool. De zaaddoos lijkt op een hauw en de bloem lijkt op Viola matronalis.

Ciliatum betekent met wimpers of haartjes en Montanum betekent van de bergen.
Bergbasterdwederik
 
Basterdwederik is een groot geslacht uit de teunisbloemfamilie met ongeveer 200 soorten wereldwijd. Het geslacht bestaat voor een groot deel uit vele kleinbloemige soorten met kroonbladen van maximaal 1 cm. Deze soorten die in het Nederlands de naam 'basterdwederik' dragen lijken heel veel op elkaar en zijn alleen te onderscheiden door nauwkeurig de kenmerken te onderzoeken.
De bloemen van dit geslacht zijn roze tot soms bijna wit. De bloemkroon telt bij bijna alle vier kroonbladen, behalve bij het harig wilgenroosje. De bloemen zijn alleen geopend bij zonnig weer. Ze lijken te staan op lange stelen, maar die ‘steel’ is het onderstandige vruchtbeginsel. Bij rijpheid van de zaden zal de vrucht van boven opengaan en komen er talrijke zaden met pluis vrij.

De kroonbladen zijn aan de top ingesneden. Ze doen daardoor aan een hart denken. De stempel kan de vorm van een knots of van een kruis hebben, wat een onderscheidingskenmerk is bij de kleinbloemige soorten.

Veel basterdwederiken hebben wortelstokken, die vaak in de zomer en najaar knoppen vormen om te overwinteren.

Het zaad bevindt zich in langwerpige doosvruchten, die bij het opengaan in vieren splijt. Het zaad dat is uitgerust met vruchtpluis kan ontsnappen en meegevoerd worden door de wind. Bij sommige soorten is het zeer talrijk.
 

In de 20ste  druk van de Heukels' Flora van Nederland van 1983 zijn al de soorten die in het Nederlands de naam basterdwederik droegen omgedoopt tot wilgenroosje. De naam basterdwederik was toch wat al te weerbarstig voor roze bloempjes met hartvormige kroonblaadjes, zo werd gezegd. De naam basterdwederik heeft echter wel degelijk betekenis. Basterd wil zeggen 'niet de echte wederik', die in de volksgeneeskunst werd toegepast. In de 21ste  druk was de naamswijziging weer ongedaan gemaakt en sindsdien heten de kleinbloemige soorten weer basterdwederik.

Viltige basterdwederik is typisch een plant die mensen uit hun tuin halen omdat het onkruid is terwijl hij vele medicinale kwaliteiten in huis heeft.

Gedroogde en fijngesneden viltige basterdwederik (ook kleinbloemig wilgenroosje of kleinbloemige basterdwederik genoemd) is een medicinale plant voor kruidenthee tegen de aandoeningen van prostaat, blaas, nieren, maag-darmkanaal. De behandelingstolerantie is uitstekend, zeer weinig patiënten klagen over bijwerkingen.
Basterdwederik wordt voorgeschreven bij de behandeling van prostaatadenoom of goedaardige prostaatvergroting en urinaire problemen. Het vermindert de frequentie van nachtplassen, verbetert de kracht van de urinestraal en zijn debiet. Het bestrijdt ontsteking van de prostaat en schijnt ook een anti-kanker werking te hebben.

Basterdwederik bevat slijmstoffen waardoor het samentrekkende en verzachtende eigenschappen heeft die nuttig zijn in gevallen van diarree, infecties van de urinewegen en van de luchtwegen. De thee kan ook gebruikt worden als een gorgelmiddel om ontstekingen van mond en keel te verlichten.

Deze plant heeft een breed traditioneel gebruik maar haar medicinale eigenschappen werden lang niet gepubliceerd. Zij werd een paar tientallen jaren geleden door Maria Treben bekend gemaakt voor haar genezende werking bij prostaatproblemen en is sindsdien een zeer geliefde plant die nu eveneens door de wetenschap bestudeerd wordt voor haar medicinale eigenschappen.

Traditionele aanwijzingen

- Prostaat aandoeningen, ontsteking of prostatitis, prostaatadenoom, prostaatkanker (?)...

- Aandoeningen van de blaas, infectie, blaasontsteking, bedplassen

- Aandoeningen van de nieren (infectie, onvoldoende nierenfunctie ...)

- Gastro-intestinale stoornissen (prikkelbare darm, diarree, colitis)

- Letsels, infecties van het slijmvlies van mond en bronchiën

Als thee, infusie, 2 keer per dag. In een grote tas, op ongeveer een theelepeltje vol Wilgenroosje 1/4 liter kokend water gieten, snel laten trekken (1 tot 2 minuten voor fijngehakte gedroogde planten) en twee tassen per dag drinken: een ‘s morgens op een nuchtere maag en de tweede een half uur voor het avondmaal.

Belangrijke nota:  de gegevens hierboven komen van geloofwaardige bronnen, maar mogen enkel aangezien worden als informatie voorafgaand aan een consultatie van uw dokter.
De bloemblaadjes zijn in werkelijkheid 6 tot 10 mm lang. Bergbasterdwederik

Disclaimer:

"Wilde planten in Brugge" is niet verantwoordelijk voor eventuele schade, van welke aard dan ook, als gevolg van het gebruik van planten voor medische of culinaire doeleinden.  “Wilde planten in Brugge” kan niet aansprakelijk gesteld worden voor aanspraken die voortkomen uit de verkeerde determinatie van een kruid of het verkeerde gebruik ervan in de ruimste zin van het woord. Dit artikel vervangt niet het deskundig advies van een arts of een erkend fytotherapeut.

Geen opmerkingen: