zondag 22 mei 2016

Blaartrekkende boterbloem


Blaartrekkende boterbloem - Ranunculus sceleratus

 

Behoort zoals de andere boterbloemen ook tot de Ranonkelfamilie, Ranunculaceae.

Groeiplaatsen: Waterkanten (langs begraasde sloten, ondiepe plassen en andere modderige oevers), moerassen, in goten, tussen straatstenen, langs spoorwegen … De soort is typisch voor modderige gronden in de, vaak begraasde, oeverzone van allerlei sloten en plassen. Ze groeit vaak op tijdelijk overstroomde standplaatsen en kan ook onder water groeien. Meestal staat ze echter net boven de waterlijn, met de voeten in een waterverzadigde bodem. Hier langs in het water langs de Vesten.

Ranunculus is Latijn voor kleine kikvors wat te maken heeft met de relatie met nattige standplaatsen van boterbloemen in het algemeen,  en het sceleratus is Latijn voor misdadig. De grote hoeveelheid gif in de plant is de oorzaak van deze soortnaam. Dit is de giftigste boterbloem ter wereld!

Een andere volksnaam van dit plantje is “Boevenboterbloem”. Dit komt doordat men vroeger de arme mensen tevens als boeven bestempelde. Ze waren vaak zo arm dat stelen soms de enige mogelijkheid was om aan eten te komen. Een andere mogelijkheid was altijd nog te bedelen. Om extra zielig over te komen tijdens het bedelen wreven deze “boeven” zich in met het sap van de Blaartrekkende boterbloem. Zelfpijniging om extra zielig over te komen…

De korte levenscyclus geeft Blaartrekkende boterbloem een voorsprong op andere pioniers van dezelfde standplaatsen: de nakomelingen van één vroeg in de zomer bloeiende plant kunnen nog dezelfde zomer een flinke oppervlakte bedekken.

De Blaartrekkende boterbloem is een boterbloem die goed te onderscheiden is van andere boterbloemen. Het zijn voornamelijk de vruchthoofdjes die erg opvallen bij deze boterbloem. De vruchthoofdjes zijn de ongeveer 8 millimeter lange en langwerpig-ronde, groene balletjes aan de stengels. Dit zijn de vruchthoofdjes die gevormd zijn na bevruchting van de gele bloemetjes. Soms zijn de vruchthoofdjes al te zien terwijl de gele bloemblaadjes er nog omheen staan.

Via de buisvormige stengel wordt de lucht ondergronds geleid.  De wortels kunnen namelijk wel wat extra zuurstof gebruiken. Planten hebben namelijk niet alleen koolstofdioxide nodig, maar ook zuurstof. De wortels van Blaartrekkende boterbloem leven over het algemeen in zeer zuurstofarme omstandigheden waardoor de holle stengel goed van pas komt.

De wortels van Blaartrekkende boterbloem graven zich in natte onbegroeide plekken in. Deze natte plaatsen zijn zo nat dat er zeer weinig ruimte voor lucht en zuurstof over is. 

Blaartrekkende boterbloem leeft maar één jaar. Hij komt in Vlaanderen en de rest van de wereld algemeen voor. Hij is net zoals de mens een kosmopoliet, een wereldburger.

Blaartrekkende boterbloem is, evenals alle boterbloemen, giftig door de aanwezigheid van de stof protoanemonine. Deze plant is echter de giftigste boterbloem en heeft een gehalte van 2,5% aan protoanemonine. Wanneer de bladeren gekreukt, beschadigd of vermalen worden, veroorzaken ze op de menselijke huid lelijke zweren en blaren. Het blaartrekkende sap veroorzaakt eveneens ontstekingen. De plant wordt in Duitsland dan ook Gift-Hahnenfuss genoemd.

Omdat het gebruik van de plant tot aangezichtskrampen kan leiden en de bladeren wel wat op die van bleekselderij lijken, droeg zij in de oude kruidboeken de naam “Apium risus” (lachselderij).

Disclaimer bij het gebruik van deze blog

"Wilde planten in Brugge" is niet verantwoordelijk voor eventuele schade, van welke aard dan ook, als gevolg van het gebruik van planten voor medische of culinaire doeleinden.  “Wilde planten in Brugge” kan niet aansprakelijk gesteld worden voor aanspraken die voortkomen uit de verkeerde determinatie van een kruid of het verkeerde gebruik ervan in de ruimste zin van het woord. Dit artikel vervangt niet het deskundig advies van een arts of een erkend phytotherapeut.
 

 

Geen opmerkingen: