donderdag 25 mei 2023

Klein kaasjeskruid - Malva neglecta

 


 

Klein kaasjeskruid is een laagblijvende wilde plant die voorkomt in Europa en W-Azië.

Hij vormt meestal liggende stengels met licht gelobde, ronde, behaarde bladeren en witte, lila tot paarsroze bloemen met een heel eigenaardig gevormde meeldraadbuis.

Na de bloeit verschijnen de ronde splitvruchten.

 

Klein kaasjeskruid is familie van het groot kaasjeskruid (Malva Sylvestris), een soort die veel groter en opvallender is en die uitbundiger en mooier bloeit met grotere en felgekleurde bloemen. 'Neglecta', de soortaanduiding van klein kaasjeskruid, betekent dan ook niet zonder reden 'verwaar­loosd' of 'vergeten' terwijl het klein kaasjeskruid toch dezelfde eigenschappen heeft als het groot kaasjeskruid.

 

Vroeger stond kaasjeskruid bekend als een kruid dat erg handig was om te genezen tegen vele kwalen. Het stond bekend als Herba omniumorbium, wat zoiets betekent als "het kruid voor verschillende ziekten”.

 

De zaden van het kaasjeskruid vormen een ronde zogenaamde splitvrucht met deelvruchtjes. Het ziet eruit als een platte kaas, wat meteen de verklaring is voor de Nederlandse naam. Kaasjeskruid werd al door Plinius (23-79) geprezen om zijn brede geneeskrachtige werking. De plant bevat veel slijmstoffen die een verzachtende werking hebben. De gedroogde bloemen worden aan theemengsels toegevoegd tegen hoest en andere aandoeningen van longen en luchtwegen. Een aftreksel van de bladeren of een brij hiervan werd gebruikt om wondheling te bevorderen en zweren, blaasjes en andere huidziekten te genezen.

 

https://www.floravannederland.nl/planten/klein_kaasjeskruid




 

In bloei is klein kaasjeskruid moeilijk te verwarren met andere soorten kaasjeskruid Malva vanwege haar liggende habitus en middelgrote bloemen. Vegetatief is het verschil veel moeilijker, zeker omdat andere kaasjeskruiden ook in aanvang liggende delen kunnen hebben. Een goed verschilkenmerk met het groot kaasjeskruid is de aanliggende beharing op de stengel van klein kaasjeskruid. Bij groot kaasjeskruid is dit grotendeels afstaande beharing. Dit verschilkenmerk sluit echter andere zeldzamere kaasjeskruiden niet uit.

 

De inrichting van de bloem met het oog op de bestuiving is bijna gelijk aan die bij groot kaasjeskruid, maar tegen het einde van de bloeitijd (ongeveer 48 uren na het opengaan van de bloem) krommen zich de stempels van de bloemen sterk naar beneden, zodat zij de nog met iets stuifmeel bedekte helmknopjes aanraken. Daardoor kan nu nog spontane zelfbestuiving plaatsvinden. Daar de bloemen kleiner zijn dan bij groot kaasjeskruid is – en er ook minder insectenbezoek plaatsvindt - is deze aanpassing een zekerheid om alsnog zaadvorming te hebben.

 

 https://waarnemingen.be/species/7034/

 

 


Gewone kaasjeskruid heeft een lange geschiedenis van gebruik in de traditionele geneeskunde en culinaire praktijken. De bladeren, jonge scheuten en bloemen van de plant zijn eetbaar en kunnen zowel rauw als gekookt gegeten worden. Ze hebben een milde smaak en worden vaak toegevoegd aan salades of gebruikt als groente in verschillende gerechten. De plant wordt gebruikt vanwege zijn kalmerende en ontstekingsremmende eigenschappen, met name bij aandoeningen van de luchtwegen en het maag-darmkanaal.

Het is vermeldenswaard dat, hoewel gewone kaasjeskruid over het algemeen als veilig voor consumptie wordt beschouwd en enkele gunstige eigenschappen heeft, het belangrijk is om voorzichtig te zijn en te zorgen voor een juiste identificatie als u van plan bent een wilde plant voor culinaire of medicinale doeleinden te gebruiken.

 

Ook werd het als purgeermiddel geprezen. Men dacht destijds dat er door sterke laxatie een reinigende werking optrad, waardoor het lichaam van allerlei ziekteverwekkers verlost werd. De oude Latijnse naam voor kaasjeskruid is Herba omniumorbium: het kruid tegen allerlei ziekten.

 

In een oude vertaling van Medicina Salernitana (Voorschriften om de gezondheid te bewaren) van de Medische School van Salerno staat te lezen:

"De maluw heet dus in 't Latyn, gelyk men acht, Omdat zy zonderling, gebruikt, den buik verzacht. Haar wortel zal, geschraapt, de darmen ledig maken, En vrouwen aan den vloed der stonden doen geraken."

 

Hildegard von Bingen schreef over de Malva:

"Innerlich als leichtes Abführmittel und zusammen mit anderen Drogen als Gegenmittel gegen Gifte, äußerlich als Umschlag zur Behandlung von Fieberdelirien und Sehschwäche."

("Inwendig als mild laxeermiddel en met andere medicijnen als tegengif tegen gifstoffen, uitwendig als kompres om koortsdelirium en slecht zicht te behandelen.")

https://www.kloosterterapel.nl/nl/kruidentuinactueel-23072022

 

Het eten van klein kaasjeskruid wordt evenwel niet aanbevolen. Er zijn momenteel niet veel onderzoeken naar de toxiciteit ervan, maar er is gemeld dat de klein kaasjeskruid een nitraataccumulator kan zijn, die nitraat- en oxalaatvergiftiging veroorzaakt. Gebruik deze plant om veiligheidsredenen niet. 

 

Disclaimer:

"Wilde planten in Brugge" is niet verantwoordelijk voor eventuele schade, van welke aard dan ook, als gevolg van het gebruik van planten voor medische of culinaire doeleinden.  “Wilde planten in Brugge” kan niet aansprakelijk gesteld worden voor aanspraken die voortkomen uit de verkeerde determinatie van een kruid of het verkeerde gebruik ervan in de ruimste zin van het woord. Dit artikel vervangt niet het deskundig advies van een arts of een erkend fytotherapeut.

 

 

 


Geen opmerkingen: