zaterdag 10 juni 2023

Biodiversiteit

 


Biodiversiteit is een woord dat wordt gebruikt om te verwijzen naar de verscheidenheid aan planten en dieren in een bepaald gebied. Dit kan bijvoorbeeld de Aarde, een bos, de zee, een meer, een tuin of zelfs een perkje of een dak zijn. 

 

Ook in Brugge vind je midden in de stad kleine stukjes natuur. Mini-biotopen zeg maar, met een grote verscheidenheid aan planten, insecten vogels en andere dieren. Je vindt er verschillende soorten ‘muurbloempjes’, ‘straatmadeliefjes’ en ‘vreemde vogels’.  Bovendien geven de meeste van deze planten en dieren kleur en klank aan de stad. Denk maar aan de muurfijnstraal dat op al onze bruggen en kademuren de bezoeker verwelkomt met zijn uitbundige bloei. Insecten vinden er het paradijs, vogels smullen van de insecten en andere vogels kunnen later op het jaar smullen van de zaden van die planten. Het kost de gemeenschap niets en buiten het knippen van de randen heb je geen onderhoud. 



 

Enkele jaren geleden vond ik op de kademuren aan de Coupure een belangrijke vegetatie van de Bleekgele droogbloem (Gnaphalium luteo-album). Nu is deze plant niet meteen zeldzaam of bedreigd - Het totale aantal vindplaatsen neemt zelfs toe - maar zo algemeen is ze nu ook weer niet.  Mijn verbazing was dan ook groot toen ik kort daarna de mannen van de groendienst ijverig al dat natuurschoon zag verbranden om plaats te maken voor kaalheid.  Stonden die planten daar in de weg? Waren ze voor iets of iemand een hindernis? Een doorn in het oog? Of vormden ze een ‘ondoordringbaar’ oerwoud waarin een kat haar jongen verliest?  Al dat moois moest wijken voor kale stenen. Ook het kleine blauw glidkruid moest het trouwens ontgelden, samen met de rode spoorbloem en een aantal varens en mossen.


Bleekgele droogbloem aan de Coupure


 

Blijkbaar is er iets in de mens waardoor hij altijd controle over de dingen wil hebben. Wilde natuur komt met dat verlangen in conflict en dus moet die wijken.  De kosten en werkuren nemen we er voor lief bij. Als je trouwens op Google wat informatie over een plant opzoekt krijg je steevast enkele sites voorgeschoteld waarin uiteengezet wordt hoe je het “onkruid” deskundig bestrijdt en uitroeit. 

 

Akkoord, je kan de wilde planten niet uit je oren of je neus laten groeien, maar een beetje tolerantie ten opzichte van (ge-)wild groen kan bijdragen tot een grotere biodiversiteit en een aangenamer leefmilieu.



Als de mens de natuur zijn gang laat gaan dan ontstaan er, na verloop van tijd, prachtige biotopen met een grote verscheidenheid aan planten en dieren. Hopelijk draagt een blog als deze een beetje bij tot een stilaan veranderend bewustzijn dat we niet altijd alles meteen naar onze hand moeten zetten.  Lees: afbranden, uittrekken, vernietigen. Al die planten zijn voor talloze insecten, spinnen, vogels, zelfs voor amfibieën ... “de hemel op Aarde”. En wat is er mis met wat groen, blauw, geel, rood of paars in het straatbeeld? Zolang het maar niet gaat om partijpolitieke pamfletten mag het van mij. 




 

Gelukkig is de natuur sterker en de biodiversiteit enorm. Dit jaar komen hier en daar opnieuw enkele exemplaren van de Bleekgele droogbloem voor, en de kademuren aan de Coupure zijn momenteel een lust voor het oog.  Jammer dat de “bootjes” niet tot daar varen. Er wordt de toerist heel wat ontzegd! 


Dat is bijvoorbeeld ook het geval in het Prinselijk Begijnhof. Vroeger werd het gras na de bloei van de narcissen steevast gemaaid. Sinds enkele jaren laat men de wilde planten hun gang gaan en er ontstond een prachtige biotoop waarin heel wat zeldzame en minder zeldzame planten groeien: grote ratelaar, groot streepzaad, zwenkdravik, veldzuring, gewoon biggenkruid, zachte ooievaarsbek, klein glaskruid, margriet, knoopkruid, dagkoekoeksbloem, grasmuur, voederwikke, geel nagelkruid, slaapkamergeluk - wat een naam voor kloosterzusters! - en tenslotte... een aantal zeldzame wilde orchideeën zoals de bergnachtorchis en de grote keverorchis. 

 

Biodiversiteit mag niet zo’n ideaal ‘Scrabblewoord’. Het is iets waar we dagelijks deel van uitmaken. “Laat ons een bloem en wat gras dat nog groen is”, zong Louis Neefs in 1970. We zijn ondertussen 53 jaar verder. Maar ‘staan we ook 53 jaar verder’?  Hopelijk wel.