Dagkoekoeksbloem - Silene
dioica
De Nederlandse naam
koekoeksbloem is mogelijk ontstaan doordat de planten bloeien als de koekoek
weer in het land is en opnieuw begint te roepen. Deze plant doet, vanwege de
vorm van die bloemetjes en vanwege de naam denken aan de avondkoekoeksbloem (Silene
latifolia subsp. Alba). Maar de avondkoekoeksbloem
heeft witte bloemen.
Ook de blaassilene
(Silene vulgaris) behoort tot dezelfde plantenfamilie.
Het woord Silene
zou ook kunnen afstammen van het Griekse sialon dat speeksel betekent en dat
verwijst naar de kleverigheid van deze soort planten.
In de bladoksels
zie je vaak schuim, waarin de larve van een schuimcicade leeft, het zogenaamde
koekoeksspuug. Het zou dus ook kunnen dat de naam daarvan afkomstig is. Daarover
bestaat een mooi verhaal:
Lang geleden woonde aan de rand van een wetering, niet
ver van de natte weiden, een mooie, wijze heks, Silene genaamd. Zij hulde zich
altijd in prachtige roze en paarse gewaden. Nooit klopten de zieken uit de
wijde omgeving tevergeefs aan haar deur.
In die dagen leefde er ook een trotse tovenaar,
Cuculus genaamd. Met zijn mooie grote ogen en prachtige hermelijnen mantel
verleidde hij menige vrouw. Deze trotse tovenaar kon zelf de stralende ogen van
de mooie heks Silene niet weerstaan. Hij viel voor haar liefde en verliet zijn
vrouw en kind voor haar. De heks en de tovenaar hadden alleen maar oog voor
elkaar en alras kwam uit deze liefde een prachtige dochter voort. Het drietal
leek volmaakt gelukkig, tot er een nieuwe vrouw in het leven van de tovenaar
verscheen en hij Silene inruilde voor een ander. Zijn dochtertje kwijnde weg
zonder de liefde van haar vader.
In grote wijsheid besloot de mooie heks Silene dat
deze tovenaar een ramp was voor zijn nageslacht, hij zou nooit meer een kind
mogen teleurstellen door zijn onverantwoordelijke gedrag. Ze veranderde hem in
een saaie, bruine vogel, die moeizaam door het luchtruim vloog. En om de
schande compleet te maken moest hij de hele dag als een kind zeuren om koekjes:
“koek koek, koek koek”, zodat in de verre omgeving iedereen hoorde waar die
slechte vader zat. Daarom zijn de mensen hem koekoek gaan noemen. Zo zorgde
Silene er voor dat iedereen zou weten dat hij een onverantwoordelijke vogel
was, die zijn eigen kinderen verliet. Maar om te voorkomen dat de kinderen van
de koekoek vaderloos achterblijven, legt de koekoeksmoeder
sindsdien haar eieren in het nest van een ander vogelpaar dat wel liefdevol
voor de opvoeding zal gaan zorgen.
Maar de wijze heks stak de hand ook in eigen boezem.
Ze was zo beschaamd dat ze met al haar wijsheid niet had voorzien dat ze een
mislukte vader had verleid. Silene veranderde zichzelf in een plant, met roze
en paarse bloemen, de kleuren van haar favoriete gewaden.
Op een mooie zomerdag ontdekte de betoverde koekoek
Coculus, dat de heks die hem had betoverd, zichzelf ook had veranderd in mooie
paarse bloemen. Hij was zo kwaad over zijn eigen lot als lelijke, domme vogel,
dat hij de blaadjes van deze roze bloemen kapot trok. Tot vandaag de dag zien
we dat de roze bloemen van de ‘echte’ koekoeksbloem gerafeld zijn. En nog
steeds spuwt de koekoek, als hij de kans krijgt zijn boosheid op haar. Daarom
zien we in de bladoksels van deze bloem vaak het witte spuugschuim van de
koekoek zitten, waardoor de mensen deze bloem de koekoeksbloem zijn gaan
noemen.
En speeksel is wel
een verschijnsel dat aan verschillende Silenesoorten verbonden kan worden.
Sommige soorten hebben bijvoorbeeld een kleverige stengel en in Duitsland
worden de Silenesoorten “Leimkraut”
genoemd. Tegenwoordig zijn we erachter dat de schuimcicade Philaenus spumarius
dat doet wanneer hij een nestje maakt in de bladoksels. Zijn kindjes vinden dat
schuim wel lekker ook.
Een veel boeiender
verklaring - en die vind je overal terug in de literatuur - is dat het slaat op
de Griekse bosgod Silenus. De Silenen (soms vereenzelvigd met de Satyrs) waren
fabeldieren uit de Griekse mythologie, half man, half paard. Ze zaten
voortdurend de nimfen achterna en vrijden met hen in grotten. Ze hadden een
bijzondere belangstelling voor water dat uit de grond omhoog borrelt. De oudste
van hen is Silenus, de zoon van Pan, de Griekse god voor de muziek, en de
trouwe metgezel en leermeester van Dionysos, de Griekse god voor de wijn.
De verering van
Silenus is vanuit Klein-Azië overgekomen naar het oude Griekenland.
Oorspronkelijk werd hij geëerd voor zijn verhevenheid en profetische gaven en
bij de Griekse wijsgeren stond hij in hoog aanzien. Maar in het Griekse
volksgeloof verwordt hij tot een koddige en wulpse figuur, een ouder wordende
man met een stompe neus, een kale kop en een buik die zo dik is dat hij
nauwelijks kan gaan. Hij rijdt altijd op een ezel.
Door zijn
overmatige hartstocht voor de wijn is hij altijd dronken. Hij houdt echter ook
veel van muziek en dans.
De dagkoekoeksbloem
tweehuizig. Er bestaan dus zowel mannelijke als vrouwelijke planten van deze
soort. In de Latijnse soortnaam zit deze eigenschap verweven. Dioica komt van
di-oikos (tweehuizig). De mannelijke planten hebben tien nerven op de kelk en
de vrouwelijke planten hebben er twintig.
Een belangrijk
verschil tussen de avondkoekoeksbloem en de dagkoekoeksbloem is dat de bloemen
van de dagkoekoeksbloem overdag gewoon geopend zijn en dat zij nergens naar
ruiken. Vanwege dit gebrek komen er geen nachtvlinders op de bloem af.
Nachtvlinders zijn trouwens dieren die de geur gelokt moeten worden. Overdag
vliegen er wèl dagvlinders en ook hommels rond, die de kleur van de dagkoekoeksbloem
aantrekkelijk vinden. De mooie roze kleur leidt hen naar de nectar en het
stuifmeel, en dat weten zij maar al te goed.
Dagkoekoeksbloem is
vooral belangrijk voor de bladmineerder Pegomya flavifrons. Dit insect is voor de
voortplanting afhankelijk van de dagkoekoeksbloem. Hij legt zijn eieren op de
plant en zijn larven voeden zich ermee. Er zijn ook enkele zweefvliegsoorten
die graag de nectar uit de dagkoekoeksbloem willen hebben.
De dagkoekoeksbloem
werd vroeger als een duivelsplant beschouwd. Al wie de bloemen plukt zou een
vroege dood tegemoet gaan. Als een kind de dagkoekoeksbloem plukt, sterft
zijn/haar vader. Maar na het plukken van
de avondkoekoeksbloem sterft de moeder. Dit verhaal heeft betrekking op de koekoek
die in de middeleeuwen werd vereenzelvigd met de duivel. Het spreekwoord ‘dat
dank je de koekoek’ of ‘loop naar de
koekoek’ herinnert hieraan.
Het plukken van de
dagkoekoeksbloem is over het algemeen niet nodig. De plant is totaal niet
eetbaar en de medische werkingen zijn ook minimaal en niet wetenschappelijk of voldoende bewezen. Er zijn wel enkele bronnen
die aangeven dat er zeep uit gewonnen kan worden en dat de plant een
antiseptische en antimicrobiële werking heeft. Doch zijn er genoeg andere
planten die u hiervoor met grotere zekerheid kunt gebruiken.
In de
bloesemremedie kan de plant wel nuttig zijn, want de bloemen zouden het
zelfvertrouwen aansterken, waardoor u uw persoonlijkheid breder kunt ontwikkelen.
Disclaimer bij het gebruik van deze blog
"Wilde planten in Brugge" is niet
verantwoordelijk voor eventuele schade, van welke aard dan ook, als gevolg van
het gebruik van planten voor medische of culinaire doeleinden. “Wilde planten in Brugge” kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor aanspraken die voortkomen uit de verkeerde
determinatie van een kruid of het verkeerde gebruik ervan in de ruimste zin van
het woord. Dit artikel vervangt niet het deskundig advies van een arts of een
erkend phytotherapeut.
Bronnen:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten