woensdag 3 augustus 2016

Duivenkervel


Duivenkervel -  Fumaria officinalis
 

Duivenkervel behoort tot de Papaverfamile, Papaveraceae.

Duiven eten graag van de plant en de bladen lijken op die van kervel, vandaar de Nederlandse naam.

Fumária stamt af van het Latijnse woord fumus, wat ‘rook’ betekent. Maar wat heeft rook nou met dit plantje te maken?

Omdat men vroeger meende dat het plantje zich uit damp, die uit de aarde opsteeg, kon ontwikkelen. Vandaar de bijnaam ‘Aardrook’. Heel vroeger vertelde men elkaar dat heksen en tovenaars de plant in hun offervuur wierpen en zij door de rook van duivenkervel onzichtbaar werden. Dat zou kunnen zijn omdat omstanders de stekende rook in de ogen kregen en niets meer konden zien.

Een andere verklaring voor de naam is iets vrolijker van aard. Het verhaal is dat meisjes in die tijd elkaar vertelden dat wanneer je duivenkervel op je boezem droeg, de eerste de beste vrije man die je tegen kwam je toekomstige echtgenoot zou worden. Ook werd het door diezelfde meiden geplukt en gekookt met melk en wijwater. Het rode vocht werd op feestdagen op hun wangen gesmeerd.  Blozende wangen was het effect.

Een meer logische verklaring voor de mooie naam van het plantje is dat het graag gegeten wordt door duiven. En vanwege de gelijkenis met de bladeren van het keukenkruid kervel, heet dit algemeen voorkomend plantje gewone duivenkervel.
De gewone duivenkervel is een eenjarige, kruidachtige plant. De 6-9 mm lange bloemen staan in trossen van tien tot vijftig stuks. Ze zijn purperrood, met een zwart purperen top en een groene kiel. De vrucht is een nootje met één zaadje. De bladen zijn dubbel geveerd.

Een bijzonderheid is wel dat er in de spoor aan de achterkant van elke bloem nectar zit, maar dat de meeste insecten hiervoor nauwelijks of geen belangstelling hebben. Dat deert het plantje niet want met zelfbestuiving komen er ook vruchten.

De gewone duivenkervel is reeds sedert de oudheid bekend om zijn geneeskracht. Dioscorides en Galenus vermeldden in de 1ste en resp. de 2de eeuw na Chr.  De werking van de plant op de galafscheiding en de leverfunctie.

Plinius de Oudere (circa 23 – 79 na Chr.) noemde de plant al, en in alle belangrijke kruidboeken uit de middeleeuwen komt hij voor.

In de 10de eeuw gaven Arabische heelmeesters hoog op met de kwaliteiten van de duivenkervel, en in de 16de eeuw steekt Matthiolus er de loftrompet over  als een specifiek middel tegen stoornissen van het darmkanaal.  Maar zijn belangrijkste vermogen is hierin gelegen dat hij een lange levensduur garandeert.

De plant bevat een aantal alkaloïden, waarvan fumarine de voornaamste is, en daarnaast kaliumzouten, flavonoïden en tannine. Een aftreksel van de gedroogde plant is werkzaam tegen huidaandoeningen als eczeem en het werkt laxerend en eetlust opwekkend.
 

Aardrook!

Dioscorides (circa 40-90 na Chr.) noemde de plant Kapnogorgion of Kapnos, wat ‘hevige rook’ betekent.  Alleen hij schreef dat het sap van dit kruid het gezicht sterkt en de ogen doet tranen en Plinius zei zelfs “dat het, gelijk rook, de tranen doet lopen.”

 Ook Broeder Thomas had het rond 1300  over “Eerden rooc” en “Fumus terre”, dus de officiële naam Fumaria betekent ook Aardrook.  Hij schreef ‘Eerden rooc, fumus terre, heeft kracht humoer te verteren ende te reijnighen dat cruut besichtmen ter medicinen. Item teghen den rede (koorts) van couder zaken, nem dat sap ende drinct mit wine dat verdrijft den rede. Item dat cruut ghenomen ende in whine ghesoden ende dat warm ghedroncken dat sterct die maghe ende opluuct (opent) die zenen (spieren, zenuwen) ende aderen ende maect goede verduwinghe ende reynicht die colere (drift) ende zuvert binnen alle die leden’
 

Een beetje geschiedenis

Sinds de oudheid is duivenkervel bekend om zijn geneeskracht. Dioscorides (circa 40-90 na Chr.) en galenius  (131 – tussen 201 en 216) vermeldden de werking op galafscheiding en leverfunctie. Plinius, een Romeinse geleerde, schaarde de plant onder de belangrijke geneeskruiden. De plant wordt genoemd in diverse kruidenboeken uit de middeleeuwen.

Duivenkervel, een ogenschijnlijk banaal plantje van ons platteland, heeft een grote geneeskracht.  De medicinale toepassingen situeren zich op het vlak van:

-      regulator van de galfunctie,

-      bevordert de spijsvertering,

-      voorkomt migraine door stoornissen van de galwegen.

-      zweetopwekkend,

-      urinedrijvend door kaliumzouten,

-      laxerende eigenschappen,

-      bloedzuiverend (goed voor acné, eczema en  dermatitis)

-      lymfeklierzwelling,

-      versterkend middel.

-      Het heeft ook een slaapwekkende werking,

-      bloeddrukverlagende eigenschappen,

-      vertraagt de hartslagen

-      het is een anti-allergicum, een antioxidans,

-      lever ondersteunend

-      heeft een verdovende werking.

-      erg gewaardeerd bij ziektes van het ademhalingsstelsel.

Het is een krachtige hoest stiller, niet alleen in geval van allergische hoestprikkels, maar ook bij elke toestand van infectie op de luchtwegen, zoals verkoudheden, grieptoestanden en bronchitis.

Duivenkervel remt snel en effectief de hoestprikkels. De snelle werking van duivenkervel bij hoest komt doordat het kruid niet alleen lokaal, in de luchtpijp bijvoorbeeld, ingrijpt.

Het heeft namelijk ook een effect op het hoestcentrum dat in onze hersenen gelegen is.

Tenslotte vermelden we nog dat duivenkervel erg zuiverend is: bloed en lymfe worden gefilterd en gal-, nier- en zweetfuncties worden geactiveerd Dit is zeker een bijkomend voordeel als u naast de hoest ook wat verkouden of grieperig bent.

Omdat duivenkervel de gal- en leverfunctie verbetert, zweetopwekkend is, laxerend werkt en urinedrijvende eigenschappen heeft, beschikt het over een goede bloedzuiverende werking. Deze bloedzuivering is van belang voor mensen met huidziekten. Als er teveel afvalstoffen in het lichaam zijn, die door verminderde leverwerking niet kunnen worden uitgedreven op de normale manier, slaat het lichaam deze stoffen op in het bloed om hat vervolgens via de huid te doen uitdrijven. Het probleem hierbij is dat als deze stoffen zich in de huid bevinden, ze ontstekingen op celniveau kunnen veroorzaken wat tot allerlei verschillende soorten huidziekten kan leiden.

Combineer duivenkervel met andere hoeststillende planten in een siroop of een infuus. Infuus: twee à drie tassen per dag van een infuus van 15 min trekken van 50 g op 1 l water.

Je kunt deze plant middels verschillende bewerkingsvormen aanwenden.

Drie druppels moedertinctuur per dag,
500 tot 1000 mg nebulisaat(1:4) per dag,
Een kuur van 10 dagen met twee tot drie koppen thee van 50 gram van het gedroogde kruid op een liter water. Deze kuur dient 10 dagen te worden onderbroken en kan daarna weer worden aangevangen.

Als men zich aan deze voorschriften houdt is duivenkervel een volkomen veilig geneeskruid.
 

Nog even dit :

Duivenkervel is voor mensen een giftige plant door de aanwezige alkaloïden maar zoals bij vele giftige planten kan het dienen tot natuurmedicijn. Het is alleen giftig als men de plant als groente gaat eten.

Disclaimer bij het gebruik van deze blog

"Wilde planten in Brugge" is niet verantwoordelijk voor eventuele schade, van welke aard dan ook, als gevolg van het gebruik van planten voor medische of culinaire doeleinden.  “Wilde planten in Brugge” kan niet aansprakelijk gesteld worden voor aanspraken die voortkomen uit de verkeerde determinatie van een kruid of het verkeerde gebruik ervan in de ruimste zin van het woord. Dit artikel vervangt niet het deskundig advies van een arts of een erkend fytotherapeut.

Bronnen:



Geen opmerkingen: