De witte dovenetel is een kruidachtige bloeiende plant in de familie Lamiaceae, afkomstig uit Europa en West-Azië. Het is een vaste plant die tot 50 cm hoog kan worden en vierkante stengels heeft met tegenover elkaar liggende bladeren die aan de bovenkant groen en aan de onderkant bleek zijn. De bloemen zijn wit of lichtroze en bloeien van maart tot oktober.
Witte dovenetel wordt vaak aangetroffen in weilanden, heggen en langs bermen, en wordt vaak beschouwd als een onkruid in tuinen en gazons. Het wordt echter ook in de traditionele geneeskunde gebruikt voor verschillende doeleinden, waaronder als samentrekkend middel, diureticum en voor de behandeling van aandoeningen van de luchtwegen, zoals hoest en verkoudheid.
Het is ook bekend dat de plant geneeskrachtige eigenschappen heeft, en sommige onderzoeken suggereren dat het ontstekingsremmende en antibacteriële effecten kan hebben. Het is ook een populaire voedselbron voor bijen en andere bestuivers, waardoor het een belangrijk onderdeel is van veel ecosystemen.
De witte dovenetel is een plant die je regelmatig in de natuur ziet, hij groeit hier in de buurt o.a. in parken en langs wegen. De plant heeft een toepasselijke naam, want hij heet niet voor niets dove–netel.  Oftewel hij dooft de prik van de (brand)netel. Hij groeit meestal vlak bij de brandnetel en als je met het zachte blad van de Dovenetel over de pijnlijke huid wrijft, zal de pijn verminderen. 
In het Latijns heet de plant Lamium album. Letterlijk betekent dit “witte muil” en dit verwijst naar de witte bloem die eruitziet als een opengesperde keel. Hoe bijzonder zit de natuur toch weer in elkaar als je weet dat onze voorouders deze plant gebruikten bij aandoeningen diep in de keel! Van de plant kun je theezetten. Deze thee kun je drinken bij keelklachten zoals keelontsteking, klachten aan stembanden en strottenhoofd. Het bloed wordt gezuiverd en slijm en bacteriën worden afgevoerd. Drink ongeveer een liter thee per dag bij klachten en hou dit maximaal 3 weken vol. Je kunt met de thee je keel ook spoelen en weer uitspugen.
Bron: Andrea Bleeker ; http://www.kruidenmassages.nl/kruidengeheimen.html
Het loof van de dovenetel staat vrijwel de hele groeiperiode door bekend als uitstekende basis voor lekkere, aromatische theemelanges. Met name de jonge bladeren en scheuttoppen zijn vanaf februari, voor de bloei, tot aan de hoofdbloei in april geschikt als salade.  Gekookt als groente zijn de bladeren en scheuttoppen relatief mild en heel geschikt als soepgroente. Je kunt ze ook als spinazieachtige groente of als hoofdingrediënt in een ovenschotel bereiden.
Van april tot oktober zijn de bloemen geschikt voor zoete desserts, maar ook samen met de bladeren als decoratief kruid in een hartige kruidenboter en als bekroning van salades. 
De nieuwe wortels van uitlopende scheuten worden overwegend in de herfst gebruikt in salades of in soepen.Het dovennetelkruid, de kiemen en de fijnen wortels hebben een verfijnd kruidige paddenstoelensmaak. 
Bron: “Eetbare wilde planten” ISBN : 978-90-77463-25-3
De witte dovenetel heeft ook nog familie, o.a. de paarse en de gele dovenetel. Omdat deze een iets mildere werking hebben, worden deze planten niet gebruikt in de Kruidengeneeskunde. Als je de plant toevallig wel in je tuin hebt, mag je er wel thee van maken en de plant eten. De plant kan ook als spinazie worden bereid en warm gegeten worden.
"Wilde planten in Brugge" is niet verantwoordelijk voor eventuele schade, van welke aard dan ook, als gevolg van het gebruik van planten voor medische of culinaire doeleinden. “Wilde planten in Brugge” kan niet aansprakelijk gesteld worden voor aanspraken die voortkomen uit de verkeerde determinatie van een kruid of het verkeerde gebruik ervan in de ruimste zin van het woord. Dit artikel vervangt niet het deskundig advies van een arts of een erkend fytotherapeut.


Geen opmerkingen:
Een reactie posten