De oosterse karmozijnbes (Phytolacca esculenta) is een overblijvende plant die behoort tot de karmozijnbesfamilie (Phytolaccaceae). Het is een plant van voedselrijke, vochtige grond. De plant komt van nature voor in Oost-Azië en China en is in Europa ingevoerd en verwilderd.
De plant wordt 1-2 m hoog en vormt een dikke hoofdwortel. De stengels zijn roodachtig en de gaafrandige bladeren elliptisch met een stompe tot spitse of kort toegespitste top.
De oosterse karmozijnbes bloeit in juli en augustus met witachtige bloemen. De vruchtdragende trossen gaan, in tegenstelling tot die bij de westerse karmozijnbes (Phytolacca americana), later niet overhangen. De acht vruchtbeginsels zijn niet met elkaar vergroeid, in tegenstelling tot die van de westerse karmozijnbes. De zwartpurperen vrucht is besachtig. De bessen werden vroeger gebruikt om de roserode verfstof karmozijn te maken. De zaden, de onrijpe bessen en de wortels zijn giftig.
(Tekst: Wikipedia)
De Amerikaanse indianen die leefden in de oostelijke streken van de huidige Verenigde Staten, kenden de Karmozijnbes al lang voor de Mayflower voor anker ging bij Plymouth Rock. Ze aten de zeer jonge scheuten in de lente, en groeven de wortels op om als medicijn te gebruiken. Met het purperrode sap van de bessen versierden ze hun kleding en kleurden er gebruiksvoorwerpen en sieraden mee, gemaakt van hout, schors, dierenhuiden en zaden.
Sommige stammen gebruikten het sap ook voor huidschilderingen.
De stammen die leefden in de buurt van de rivier Connecticut gaven hun spaanderhouten manden een diepblauwe kleur met het sap.
De Delaware gingen er van uit dat het inwendig gebruik van kleine doses karmozijnbes-wortel reuma kon genezen, terwijl de Irokezen de wortel uitwendig gebruikten om huidziekten te behandelen.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de eerste Europese immigranten in die streken al vlug een aantal van die gebruiken overnamen, en vervolgens snel in de gaten kregen dat karmozijnbes een kwalitatief zeer goede natuurlijke inkt gaf, die heel duurzaam bleek: Een bewijs daarvan is zeker dat die inkt nog kan gelezen worden op heel wat documenten uit die tijd, die nu in musea bewaard worden.
Hoewel de plant medicinaal weliswaar een aantal beloften inhoudt, kan ze ook gevaarlijk giftig zijn. Een overdosis van de bessen of van de wortel kan niet alleen leiden tot hevig braken en convulsies (stuipen), maar eventueel zelfs dodelijk zijn. Amerikaanse bronnen gaan er zelfs van uit, dat het verzamelen van een grote dosis van de wortels zonder dat handschoenen worden gedragen, er al toe kan leiden dat de giftige bestanddelen doorheen de huid worden geabsorbeerd.
Alle delen van de plant zijn giftig, vooral de groene bessen en wortels. Symptomen bij inslikken kunnen hoofdpijn en ernstige gastro-enteritis omvatten, waaronder een branderig gevoel in de mond, buikkrampen, hevig braken en schuimige diarree. Symptomen kunnen 48 uur aanhouden. In het ergste geval kan het dodelijkzijn. Vooral giftig voor kinderen.
Citaat: https://annetanne.be/kruidenklets/uit-de-kruidenmand/kruiden-k-z/phytolacca-karmozijnbes/
Bronnen en meer info:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Oosterse_karmozijnbes
https://waarnemingen.be/species/7180/
https://www.ecopedia.be/planten/oosterse-karmozijnbes
https://www.floravannederland.nl/planten/oosterse_karmozijnbes
http://exota.blogspot.com/2014/09/deel-184-oosterse-karmozijnbes.html
https://annetanne.be/kruidenklets/uit-de-kruidenmand/kruiden-k-z/phytolacca-karmozijnbes/
https://www.swsbm.com/ManualsMM/SpecIndic3.txt
https://nifc.gov.vn/en/technical-news/prevention-of-phytolaccaceae-poisoning-post1983.html
Pamela Jones: Just Weeds – History, myths and uses. ISBN 1-881527-58-1
Geen opmerkingen:
Een reactie posten