zaterdag 23 april 2016

Witte dovenetel

De witte dovenetel 
 
De witte dovenetel behoort tot de Lipbloemenfamilie, Lamiaceae (Labiatae)

De Witte dovenetel is een plant die je regelmatig in de natuur ziet, hij groeit hier in de buurt o.a. in parken en langs wegen. Hier naast een bankje langs de Brugse vestingen.

De plant heeft een toepasselijke naam, want hij heet niet voor niets "dove"–netel. De plant groeit vaak in de buurt van de brandnetel en als je met het zachte blad van de Dovenetel over de pijnlijke huid wrijft zal de pijn verminderen.




 

In het Latijns heet de plant Lamium album. Letterlijk betekent dit “Witte Muil” en dit verwijst naar de witte bloem die eruit ziet als een opengesperde keel. Hoe bijzonder zit de natuur toch weer in elkaar als je weet dat onze voorouders deze plant gebruikten bij aandoeningen diep in de keel!

Van de plant kun je thee zetten. Deze thee kun je drinken bij keelklachten zoals keelontsteking, klachten aan stembanden en strottenhoofd. Het bloed wordt gezuiverd en slijm en bacteriën worden afgevoerd. Drink ongeveer een liter thee per dag bij klachten en hou dit maximaal 3 weken vol. Je kunt met de thee je keel ook spoelen en weer uitspugen.

Naast de werking op de keel wordt de plant ook gebruikt bij huidklachten en bij klachten aan de vrouwelijke organen. Vroeger werd aan vrouwen die niet zwanger konden worden aangeraden veel thee van de Witte Dovenetel te drinken. Het kan verkrampingen in de baarmoeder opheffen.

Letterlijk betekent “onkruid“ nutteloos kruid. Toen de mens nog meer verbonden met de natuur was bestonden er geen nutteloze kruiden en ging men soms zelfs op zoek naar de functie van een plant. Naast de hulp die de Witte Dovenetel aan de mens kan geven, is het ook een geliefde plant voor bijen en mieren vanwege zijn nectar.

(Bron: Andrea Bleeker ;
www.kruidenmassages.nl/kruidengeheimen.html)
 


Het loof van de dovenetel staat vrijwel de hele groeiperiode door bekend als uitstekende basis voor lekkere, aromatische theemelanges. Met name de jonge bladeren en scheuttoppen zijn vanaf februari, voor de bloei, tot aan de hoofdbloei in april geschikt als salade. Gekookt als groente zijn de bladeren en scheuttoppen relatief mild en heel geschikt als soepgroente. Je kunt ze ook als spinazieachtige groente of als hoofdingrediënt in een ovenschotel bereiden.
Van april tot oktober zijn de bloemen geschikt voor zoete desserts, maar ook samen met de bladeren als decoratief kruid in een hartige kruidenboter en als bekroning van salades.

De nieuwe wortels van uitlopende scheuten worden overwegend in de herfst gebruikt in salades of in soepen.
Het dovennetelkruid, de kiemen en de fijnen wortels hebben een verfijnd kruidige paddenstoelensmaak.

(bron: “Eetbare wilde planten” ISBM : 978-90-77463-25-3)

De Witte Dovenetel heeft ook nog familie, o.a. de Paarse en de Gele Dovenetel. Omdat deze een iets mildere werking hebben, worden deze planten niet gebruikt in de Kruidengeneeskunde. Als je de plant toevallig wel in je tuin hebt, mag je er wel thee van maken en de plant eten. De plant kan ook als spinazie worden bereid en warm gegeten worden.

Meer informatie over de medicinale toepassingen is te vinden op :
http://www.astrologie.ws/kruiden/wittedovenetel.htm

Disclaimer bij het gebruik van deze blog

Raadpleeg altijd een arts of een gehomologeerd fytotherapeut voor je planten medicinaal of culinair gebruikt!
"Wilde planten in Brugge" is niet verantwoordelijk voor eventuele schade, van welke aard dan ook, als gevolg van het gebruik van planten voor medische of culinaire doeleinden.
De artikels in deze blog vervangen niet het deskundig advies van een professioneel, erkend therapeut.



Geen opmerkingen: