Grote wederik - Lysimachia vulgaris
Het woord ‘wederik’ is afgeleid van het
Duitse woord "weiderich", dat wilgachtig betekent. De grote of gewone
wederik is genoemd naar zijn bladeren, die lijken op die van de gewone of
schietwilg (Salix alba); bovendien komt de wederik op dezelfde plaatsen voor
als de wilg, namelijk langs waterkanten en op andere vochtige plaatsen.
De geslachtsnaam ‘Lysimachia’ is waarschijnlijk afgeleid van en opgedragen aan
Lysimachos, de veldheer van Alexander de Grote. ‘Vulgaris’
betekent ‘gewoon’. De plant komt namelijk veel voor.
Grote wederik komt voor op natte tot
vochtige bodems. Langs waterkanten en sloten is de plant geregeld aan te
treffen. De grote wederik wordt evenals de puntwederik aangeplant in tuinen, al
is de laatste meer een uitgesproken tuinplant.
Het blad lijkt wat op dat van een wilg en
heeft een spitse top, een gladde rand en een korte steel. De bloemen staan in
een pluim die breed-kegelvormig is. De heldergele kroonbladeren hebben meestal
aan de voet een roodbruine ‘bloedvlek’. Om die reden dacht men vroeg
waarschijnlijk dat wederik als medicijn tegen bloedspuwing gebruikt kon worden.
De helmdraden zijn tot halverwege vergroeid en hebben oliekliertjes.
De forse planten worden bezocht door allerlei
insecten, maar bijzonder is het bezoek door de zeldzame slobkous bij. De grote
wederik is ook één van de waardplanten van de kleine rietvink, een vlinder.
Grote wederik is lang gebruikt als
geneesplant, maar deze veel geziene plant is thans enigszins in onbruik
geraakt. De jonge blaadjes van grote wederik kunnen worden gegeten.
Grote wederik wordt vooral ingezet bij
interne bloedingen, koorts en diarree. Dioscorides (circa 40-90 na Christus) gebruikte
het sap van deze plant om inwendige bloedingen mee tegen te gaan. Verder wordt
deze plant van oudsher gebruikt bij hoest, koorts, scheurbuik, dysenterie en
diarree. Vroeger werd de grote wederik
regelmatig aangeplant in boerderijtuinen, waar men kruiden kweekte om zieke
boerderijdieren en de werknemers zelf te genezen. Wederik werd toen gebruikt om
wonden mee schoon te maken. Verder is het een extra goed middel bij bloedingen
in de mondholte of aambeibloedingen. Ontstoken tandvlees en mondzweren kunnen worden
behandeld met een gorgeldrank van grote wederik.
In de wortel van de plant zitten stoffen
met een anti-kankerwerking. Wat kanker betreft blijkt grote wederik volgens
wetenschappelijk onderzoek vooral bij huidkanker of melanomen inzetbaar. Verder
onderzoek moet dat nog bevestigen.
Een andere manier om de plant te gebruiken
was het branden van de plant in huis om vliegen te verdrijven. Zelfs de
bloeiende plant is reeds in straat om vliegen en muggen op afstand te houden.
Verder werd de plant gebruikt voor het maken van kleurstoffen en wordt het soms
nog wel gebruikt om een mooie, natuurlijke kleurstof te maken. De bloemen en de
stengels worden gebruikt om een gele kleurstof te creëren en de wortels leveren
een bruine kleur.
De jonge blaadjes en de jonge scheuten zijn
eetbaar. Ze zijn zeer gezond want deze plant is een goede bron van
voedingsstoffen. Je kunt ze gebruiken door ze te versnipperen en aan een salade
toe te voegen. Ook in de soep smaken een aantal blaadjes heel goed. Verder zou
je een wilde lente- of zomerstamppot kunnen maken van bladeren van de grote
wederik, zevenblad, bijvoet, brandnetel
en vogelmuur.
In april maken de jonge bladeren fijngehakt
vaak deel uit van voorjaarssoepen. Je
kunt ze echter ook aan groente- en spinaziegerechten toevoegen, of blancheren
en door kruidenkwark mengen. Samen met andere kruiden zijn ze heel geschikt als
groentevulling voor deegtasjes.
De bloemen kun je van juni tot augustus
oogsten en ze in kleine hoeveelheden , gemengd met anderskleurige wilde bloemen, over kruidige spreads
strooien.
De basissmaak van de plant is licht zurig
verfrissend.
Disclaimer
bij het gebruik van deze blog
"Wilde
planten in Brugge" is niet verantwoordelijk voor eventuele schade, van
welke aard dan ook, als gevolg van het gebruik van planten voor medische of
culinaire doeleinden. “Wilde planten in
Brugge” kan niet aansprakelijk gesteld worden voor aanspraken die voortkomen
uit de verkeerde determinatie van een kruid of het verkeerde gebruik ervan in
de ruimste zin van het woord. Dit artikel vervangt niet het deskundig advies
van een arts of een erkend fytotherapeut.
Bronnen: o.a.
“Eetbare wilde planten” van S. G.
Fleischhaurer, J. Guthmann en R. Spielberer, ISBN 978-90-77463-25-3
Geen opmerkingen:
Een reactie posten