De kompassla of wilde sla is een éénjarige
of tweejarige plant uit de composietenfamilie (Compositae of Asteraceae). De
Nederlandse naam is gegeven doordat de gedraaide bladtoppen de
noord-zuidrichting aanwijzen. Alle slasoorten zijn ontstaan uit de kompassla.
Zijn broertje, de gifsla (Lactuca virosa),
is een giftige eenjarige of tweejarige plant. De plant lijkt veel op kompassla,
maar de bladeren zijn meestal niet gedraaid en de nootjes zijn niet behaard. Ook
zijn de jonge nootjes van kompassla niet geel tot oranje maar wit tot crème
gekleurd.
Lactuca komt van lac (melk) en duco
(voeren), naar het melksap, dat de planten bevatten. Serriola betekent ‘zaagje’.
Vermoedelijk komt kompassla oorspronkelijk
uit Zuidwest-Azië en Zuidoost-Europa (een steppeplant). Nu komt de plant voor
in alle werelddelen, in gebieden met een gematigd klimaat.
Kompassla is nauw verwant aan de
bladgroente sla. Behalve in hun blad verschillen beide soorten ook in de vorm
van de pluim.
Vanuit een penwortel groeit een plant die
onder gunstige omstandigheden tot twee meter hoog kan worden. De stengel blijft
onvertakt tot ze bovenaan in een eindstandige pluim vertakt.
Bij kompassla staan de bladeren
noord-zuidwaarts gericht. De naar het noorden of zuiden gerichte bladeren zijn
boven de voet een kwartslag gedraaid, zodat ze een verticale positie innemen.
Dit hele gedraai zou erop gericht zijn afgeschermd te zijn voor een te sterke
verhitting door de middagzon.
De bladen kunnen variëren van ongelobd tot veerspletig. Het vreemde is dat het een plant is met verschillende bladeren. Dat komt wel vaker voor. Onderaan en bovenaan een plant verschillen de bladeren van bepaalde planten nogal eens, ook naar gelang hun ouderdom of seizoen.
De lichtgele 1-1,5cm grote bloemhoofdjes bevatten lintbloemen. Na twaalf uur 's middags zijn ze vaak al uitgebloeid. De rijpe nootjes zijn aan de top kort behaard en lichtbruin met donkere vlekjes. De bloeiperiode loopt van juli tot en met september.
De plant scheidt bij insnijding een wit melksap af.
Kompassla is van oorsprong een steppeplant
en komt als pioniervegetatie voor op zonnige open plaatsen. Zowel op droge als
meer vochtige, voedselrijke, vaak kalkhoudende omgewerkte gronden in wegbermen,
op stortplaatsen, oude zandhopen, spoordijken, aan stenige waterkanten en ook
tussen straatstenen kan het door de wind aangevoerde zaad ontkiemen. Het is een
algemene soort geworden in stedelijke gebieden. In België komt ze sinds 1960 op
steeds grotere schaal voor.
Hoewel kompassla in de volksgeneeskunde werd gebruikt om de
darm, de luchtwegen, en vasculaire aandoeningen te behandelen ontbreekt tot nog
toe wetenschappelijk onderzoek om dergelijke toepassingen te rechtvaardigen.
Alle delen van de plant zijn giftig. Die
giftigheid werd vroeger in de volksgeneeskunde gebruikt. Ze werd samen met het
eveneens giftige bilzekruid en scheerling verwerkt tot een narcoticum.
De hele plant is rijk aan een melkachtige
sap dat vrij uit alle inkervingen stroomt. Dit sap verhardt en droogt wanneer het
in contact komt met de lucht. Het bevat de stof lactucarium, dat in de
geneeskunde wordt gebruikt voor zijn krampstillende, hypnotische, verdovende en
kalmerende eigenschappen. Lactucarium heeft in zekere mate het effect van opium,
maar zonder de neiging tot spijsverteringsproblemen, noch is het verslavend.
Het is inwendig toepasbaar bij de behandeling van slapeloosheid, angst,
neurosen, hyperactiviteit bij kinderen, droge hoest, kinkhoest, reumatische
pijn enz…
De concentraties lactucarium zijn laag en
meest geconcentreerd wanneer de plant in bloei komt. Het wordt commercieel
verzameld door het insnijden van de hoofden van de planten en schrapen het sap.
Kompassla bevat niet zo veel lactucarium als Lactuca virosa.
De plant moet met voorzichtigheid worden
gebruikt, en nooit zonder toezicht van een arts of vakman. Zelfs normale doses
kunnen slaperigheid veroorzaken. Overdosis kan leiden tot de dood door middel van
cardiale verlamming. Van de vaste olie uit de zaden wordt gezegd dat het hypnotische
eigenschappen bezit. Een homeopathisch geneesmiddel wordt gebruikt bij de
behandeling van chronische catarre, hoest, gezwollen lever, winderigheid en
aandoeningen van de urinewegen.
"Wilde
planten in Brugge" is niet verantwoordelijk voor eventuele schade, van
welke aard dan ook, als gevolg van het gebruik van planten voor medische of
culinaire doeleinden. “Wilde planten in
Brugge” kan niet aansprakelijk gesteld worden voor aanspraken die voortkomen
uit de verkeerde determinatie van een kruid of het verkeerde gebruik ervan in
de ruimste zin van het woord. Dit artikel vervangt niet het deskundig advies
van een arts of een erkend fytotherapeut.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kompassla
https://oneetbaretuin.wordpress.com/2015/07/07/kompassla-lactuca-serriola/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten