vrijdag 16 juni 2023

Wilde reseda - Reseda lutea

 



De wilde reseda (Reseda lutea) is een 20-60 cm hoge plant uit de resedafamilie (Resedaceae). De soort komt in België en Nederland vrij algemeen voor op open grond als bermen, duinen en graslanden, maar vooral langs spoorlijnen.


Reseda komt van het Latijnse woord ‘resedo’ (kalmeren), een naam gegeven vanwege de reputatie voor het verlichten van ontstekingen en pijn. ‘Lutea’ komt uit het Latijn en betekent "geel ". Het is niet verwonderlijk dat de gele kleur eeuwenlang werd gebruikt voor het verven van textiel.

 

Reseda luteola is een plant die kan worden gekweekt om zijde te verven of om cosmetische producten te maken, want het is een plant die al sinds de oudheid bekend staat om zijn verfeigenschappen.  De meeste belangstelling wekte het in de 13e eeuw.  Er werd een felgele kleurstof uit verkregen.  Afhankelijk van de mengingen verkreeg men ook verschillende tinten groen. Het actieve ingrediënt is luteoline, een flavonoïde dat overal in de plant aanwezig is, van bloei tot zaden.  Men gebruikte zowel verse als gedroogde planten en het pigment werd beschouwd als één van de sterkste en meest briljante kleuren. In de Middeleeuwen was de vraag voor de textiel- en wolververijen van Frankrijk, Engeland en Duitsland zo hoog dat er een bloeiende handel en intensieve teelt ontstonden. Misschien werd het ook wel gebruikt in de wolververij van Anselm Adornes aan de Verversdijk te Brugge. 





Luteolina's felgeel, dat gefixeerd werd op wol, is erg helder, maar het pigment vormt ook een uitstekende basis voor kleurmengsels, gecombineerd met andere kruidenkleurstoffen. In feite wordt het vóór het verven over het algemeen 'steenaluin' (vooral voor wol) aangebracht, om de kleur in de vezels van de stoffen te fixeren en om het citroengeel te geven. Dat aluin werd eveneens in de ververijen van Anselm Adornes gebruikt. Hij voerde er zelfs handel in onder meer om de kleur van de meekrapwortel te fixeren. De De meekrap (Rubia tinctorum) vooral geteeld voor de rode kleurstof alizarine te bekomen, die werd gebruikt voor het kleuren van textiel en leer.

 

Volgens de legende leefde er op de Britse eilanden een held die bekend stond als Robin Hood, de beroemde voorvechter van het Engelse volk, die zei dat "hij de rijken beroofde om de zwakken te helpen"; hij droeg kleren die levendig groen waren geverfd, de kleur van de bossen van de noordelijke eilanden, waardoor hij en zijn rebellen konden opgaan in het donkere bos zonder ontdekt te worden. Dat groen werd, voor de mensen die ze beschermden, het symbool van gerechtigheid, vrede en redding, en kreeg de naam Saksisch groen, Saksisch groen. Sherwood-groen: een bijzonder warm, harmonieus en levendig groen werd verkregen door de Reseda lutea, van het gele pigment, te mengen met het Guado-blauw (Isatis Tinctoria).  Beide wilde kruiden waren verspreid op het Britse grondgebied.

 

Door Reseda luteola in alcohol te macereren verkrijgt men een uitstekende inkt om te schrijven en te tekenen. Het werd al in de oudheid door de schriftgeleerden gebruikt. Resedapigment, gedoopt in gips, geeft een goudgele inkt, ooit gebruikt in plaats van het koninklijke goudstof, om schittering te geven aan schilderijen.


Een zeer interessante plant dus, die vroeger wellicht veel meer in de belangstelling stond dan nu. Altijd leuk om dat in het stadscentrum aan te treffen.

Bron: (gedeeltelijk) https://antropocene.it/es/2023/01/11/reseda-luteola-3/




Disclaimer: farmaceutische toepassingen en gebruik in voeding zijn louter informatief, ze vertegenwoordigen geenszins een medisch voorschrift; daarom wordt geen verantwoordelijkheid aanvaard voor het gebruik ervan voor curatieve, esthetische of voedingsdoeleinden.