vrijdag 11 augustus 2023

Varen

Eikvaren

Moet u bij het horen of zien van het woord ‘varen’ ook altijd aan ‘veren’ denken? Ik wel.
Zonde eigenlijk, want er is best wel veel onderscheid in de soorten. Ik zou er (ooit) eens meer tijd moeten voor nemen om mij erin te verdiepen.
Misschien is de website van de Nederlandse Varenvereniging een eerste stap. Op die website vind je heel wat interessante informatie. Een aanrader!
https://www.varenvereniging.nl

Veel varenplanten lijken echt op ‘pluimen’. Maar beslist niet allemaal. Ik ben heus geen kenner. Een tongvaren kan ik nog wel onderscheiden van een eikvaren of een muurvaren, maar veel varens lijken voor mij allemaal een beetje op mekaar. 


"Varens zijn heel oude planten. Ze komen al voor in meer dan vierhonderd miljoen jaar oude fossielen. Varens dragen geen bloemen. Ze planten zich dan ook niet voort met zaden.

Varens zijn sporenplanten, de nazaten van de eerste (sporen) planten die in de zeer vroege historie van het leven op aarde vanuit het water het land opkwamen.

 

Het kenmerk van sporenplanten is dat ze geen zaden maar sporen vormen. Uit de sporen groeit eerst een voorkiem, de gametofyt, waarop zich een mannelijk en vrouwelijk voortplantingsorgaan bevindt. Onder gunstige omstandigheden kunnen zaadcellen van het mannelijke naar het vrouwelijk orgaan zwemmen om daar een eicel te bevruchten. Uit de bevruchte eicel ontwikkelt zich een nieuwe volwassen plant, de sporofyt.

 

Varens staan vooral bekend om het feit dat het nieuwe blad zich uitrolt en dat de bladeren vaak in een krans staan en daarmee een soort beker vormen. Ook de sporenhoopjes, de sori, aan de achterzijde worden herkend als een belangrijk kenmerk van varens.

 

Varens zijn heel oud en hebben zich dan ook over de gehele wereld verspreid, van de poolcirkel tot aan de tropische oerwouden en alles wat daar tussen zit. Dus van de uiterste kou tot de grootste hitte en van de hoogste vochtigheid tot de zwaarste droogte. Van in het water tot op het water, van op de grond tot in de bomen.

 

Een enorme diversiteit aan vormen heeft zich daarbij ontwikkeld in vele geslachten en nog veel meer soorten. Inmiddels zijn naar schatting zo’n 40.000 soorten ontdekt en nog steeds worden nieuwe gevonden.

 

Varens zijn sterke overlevers. Dat kan ook niet anders, als je het al meer dan vierhonderd miljoen jaar op de aarde volhoudt." (*)


(*) De cursieve tekst is gedeeltelijk overgenomen van de website van de Nederlandse Varenvereniging.


Hierna zullen we kort een aantal varens bespreken die we tijdens onze wandelingen in Brugge hebben gevonden.

 

Varens en varenachtigen, in het Latijn de Pteridophyta worden onderscheiden in twee klassen, te weten:

1- Lycopodiopsida - wolfsklauwachtigen en biesvarens

2- Polypodiopsida - varens en paardenstaarten


Tongvaren


Tongvaren

 

De tongvaren (Asplenium scolopendrium, synoniem: Phyllitis scolopendrium) is een varen uit de streepvarenfamilie (Aspleniaceae). De soort groeit op muren en in de duinen. De plant is in Nederland en Vlaanderen niet meer zeldzaam. De bladschijf is tongvormig, langwerpig of lancetvormig en heeft iets gegolfde gave randen. In het begin is de bladkleur lichtgroen, maar later wordt deze donkerder en gaat het blad glanzen. De sporenhoopjes (sori) zijn lijnvormig en staan loodrecht op de hoofdnerf. Eerst zit aan elke kant een dekvlies, maar dit wordt bij rijping weggedrukt. De sporen zijn tussen juli en oktober rijp.


Steenbreekvaren


Steenbreekvaren

De steenbreekvaren (Asplenium trichomanes) is een varen uit de streepvarenfamilie (Aspleniaceae). De kleine, in de winter groenblijvende plant groeit op muren en rotsachtige grond.  De bladen zijn gewoonlijk 20 cm lang, maar op vochtige plekken kunnen de bladen een lengte van 40 cm bereiken. Ze zijn enkelgeveerd. De in twee rijen staande talrijke vrijwel gaafrandige deelblaadjes zijn enigszins langwerpig of rond en helder lichtgroen van kleur. In het tweede jaar vallen de deelblaadjes af. De hoofdnerf valt later af. De bladsteel en hoofdnerf zijn zwart tot donkerbruin. Oudere planten lijken daardoor in de lente op pruikjes van zwartglanzend haar.


Muurvaren

Muurvaren

De muurvaren (Asplenium ruta-muraria) is een varen uit de streepvarenfamilie (Aspleniaceae). De soort groeit voornamelijk op muren. Ook komt de muurvaren voor op rotsen. Het is een plant die kalkhoudende oppervlakken prefereert om te groeien. De bladen zijn 3–15 cm lang. De bladsteel is langer dan de bladschijf. De laatste is ruwweg driehoekig en verdeeld in deelblaadjes die rond, driehoekig of ruitvormig zijn. Het blad is twee- tot drievoudig geveerd.


Mannetjesvaren

Mannetjesvaren

 

De mannetjesvaren (Dryopteris filix-mas) is een varen uit de niervarenfamilie (Dryopteridaceae). De plant komt voor in lichte, vochtige loofbossen. Verder komt de soort voor langs slootkanten en greppels. De bladen zijn maximaal 1,5 m lang. De bladsteel is bedekt met bleekbruine schubben. Het blad kan bestaan uit vijfendertig deelblaadjes, al is een aantal tussen de twintig en dertig gangbaarder. Elk deelblaadje bestaat weer uit slipjes. De topjes zijn afgerond, gezaagd of gekarteld, maar een stekelpunt is er nooit.

 

Er is ook kans op verwarring met eveneens algemeen voorkomende wijfjesvaren (Athyrium filix-femina).  Ze hebben ongeveer hetzelfde habitat en overeenkomstige kenmerken. De mannetjesvaren is echter te onderscheiden door de tegen de bladnerf gelegen grote, ronde sporenhoopjes. Die van de wijfjesvaren zijn eerder haak- of kommavormig.


Wijfjesvaren

Wijfjesvaren 

De wijfjesvaren (Athyrium filix-femina) is een varen uit de wijfjesvarenfamilie (Athyriaceae).


Net als bij de mannetjesvaren zitten de sporenhoopjes (sori), die bestaan uit sporangiën, in twee rijen. Het dekvlies (indusium) is meestal haakvormig. In juli en augustus zijn de sporen rijp. Er is kans op verwarring met de eveneens algemeen voorkomende mannetjesvaren (Dryopteris filix-mas) en de zeldzame stippelvaren (Oreopteris limbosperma). Alle drie hebben ze ongeveer hetzelfde habitat en overeenkomstige kenmerken. De wijfjesvaren is echter van beide te onderscheiden door de drievoudig gedeelde bladen en de komma- of haakvormige sporenhoopjes. De beide anderen hebben dubbel gedeelde bladen en ronde sporenhoopjes.


Adelaarsvaren

Adelaarsvaren

De adelaarsvaren (Pteridium aquilinum) is een varen uit de adelaarsvarenfamilie (Dennstaedtiaceae). Het is een varen met een kosmopolitische verspreiding, die ook in België en Nederland veel voorkomt. De plant wordt soms als een lastig onkruid beschouwd.

De adelaarsvaren is een forse plant die zich vooral vermeerdert door middel van een dikke, zwarte en kruipende wortelstok. De plant kan zich op gunstige plaatsen op vegetatieve wijze snel vermeerderen.

De bladen van de adelaarsvaren zijn het meest toxische deel van de plant. De plant kent een carcinogene factor die bij de mens in de urineblaas en het maag-darmkanaal tumoren kan doen ontstaan.

 

Alle informatie komt uit Wikipedia.


Wijfjesvaren


Bronnen en meer info:

https://www.varenvereniging.nl/over-varens

 

Varenflora

 

Algemene flora